
10 Apr Hoe word je imker?
Nu we ons derde jaar ingaan als imker en ondertussen 7 á 8 volken onder onze hoede hebben vraag ik me nog steeds af wanneer je je een volleerd imker mag noemen. Ik voorlopig nog niet. Imkeren moet je echt in de praktijk leren. En het is een weg met veel hobbels.

Wij zijn samen begonnen en we hadden het voorrecht om een volleerd imker als leermeester te hebben. Henk heeft zo’n 40 jaar bijen gehouden en als we rond de tafel zitten komen de verhalen vanzelf. Zoals die keer dat hij met een mede-imker de bijen weer zou ophalen die bij koolzaadvelden waren uitgezet. Ze waren nog niet de auto uit of ze werden agressief aangevallen door de bijen. Hoe kon dat? Het bleek dat naast het koolzaadveld een veld met mosterdzaad stond. En blijkbaar had dat nogal invloed op het humeur van de bijen. Nu ja, in de loop der jaren bouw je imuniteit op tegen de steken zullen we maar zeggen.
Maar, er is dus maar één manier om imker te worden, en dat is een mentor zoeken: iemand die met je meeloopt, zeker het eerste jaar, maar ook daarna nog als vraagbaken beschikbaar is. En gelukkig, je kunt ook altijd terug vallen om de medeleden van de bijenvereniging.
Waarom kun je het niet uit een boekje leren? Eigenlijk om dezelfde reden als waarom je autorijden niet uit een boekje kunt leren. In de praktijk kom je zoveel verrassingen tegen, dat je ervaring moet opdoen, veel ervaring, voordat je je wat zekerder gaat voelen wat je kunt doen in praktische gevallen. Hoe kun je de koningin vinden tussen al die duizenden bijen? Hoe kun je zien dat een koningin goed of slecht legt? Wat moet je doen als je allemaal ‘doppen’ in de raten ziet? Hoe hou je de bijen zo rustig mogelijk? En wanneer kun je de honing oogsten?
Je moet bedenken: je neemt de zorg op je voor duizenden levende wezens. Dat vraagt je aandacht, goede zorg. En het is bijzonder pijnlijk om te zien hoe kleine fouten, grote gevolgen kunnen hebben. Dat wil je voorkomen. Dat kan alleen als je het stap voor stap leert van iemand die het je voordoet en uitlegt.

Het tweede wat noodzakelijk is, dat is dat je redelijk flexibel moet zijn in je tijd. Het bijenvolk leeft volgens haar eigen wetten en heeft er weinig interesse in of jij druk bent of niet. Je bent afhankelijk van het weer of je ‘de kast in kan’ (een bijenvolk kunt controleren hoe het er bij staat). Zo iets kun je niet al te lang uitstellen. En als je een beetje rondkijkt op de vraagbaak van de bijenvereniging, dan zie je dat de meeste imkers ook te maken krijgen met zwermen. Een deel van de bijen vertrekt dan uit de kast om elders onderdak te zoeken. Als het even kan, wil je dat voorkomen, maar dan moet je er wel op tijd bij zijn. En als ze eenmaal zwermen, tja, probeer er dan maar eens op tijd bij te zijn….
Het derde wat je nodig hebt is geduld en incasseringsvermogen. Geduld, omdat je het niet één twee drie kunt, je hebt jaren nodig om het een beetje onder de knie te krijgen. En incasseringsvermogen, omdat alles wat je doet ingrijpend kan zijn voor je bijen. Zo ontdekten wij vorig jaar aan het einde van de zomer dat twee volken zonder koningin zaten. Ze zijn dan ten dode opgeschreven, tenzij je kunt ingrijpen. Wij konden dat gelukkig, maar dan is het toch even slikken. Je kunt zo maar een volk kwijt raken, ondanks al je goede zorg.
En dan zijn we weer bij het begin, die goede zorg kun je alleen maar leren in de praktijk.

No Comments